Klassieke muziek in Oekraïne
Mykola Lysenko (1842-1912) werd geboren in een klein dorpje in Oost-Oekraïne, uit een familie van Don-Kozakken. Hij kon goed pianospelen en fantaseerde graag op Oekraïense volksmelodieën. Hij ging naar school in Charkhiv en Kyiv en studeerde later piano en compositie op het conservatorium in Leipzig. Beroemd werd hij als concertpianist en dirigent. Om zijn composities bekender te maken organiseerde hij in Kyiv Slavische koor- en liedconcerten.
Lysenko was niet alleen de eerste die Oekraïense volksmelodieën publiceerde, en deze bekend maakte in de rest van Europa, hij was ook de eerste die de Oekraïense stijl met professionele vaardigheid beschreef: als volksmuziek gekruid met oriëntaalse invloeden. Zo werd hij een voorbeeld, niet alleen voor generaties na hem, maar ook voor zijn tijdgenoten Bartók en Kodály in Hongarije, Dvorák en Smetana (de Moldau) in Tsjechië of Grieg in Noorwegen.
De Russische tsaren verboden de Oekraïense taal, tot groot ongenoegen van Lysenko. De opera Taras Bulba, gebaseerd op een novelle van Gogol, speelt zich af rond Zhaporizha. De beroemde componist Tsjaikovsky bewonderde het werk en wilde het graag in Rusland uitvoeren, vertaald in het Russisch. Maar uiteindelijk was de première toch in Charkhiv, in de Oekraïense taal.
Luistertips
Lysenko's bekendste werk is Gebed voor Oekraïne. Maar beluister zeker ook deze Wals, gespeeld door het Oekraïens Radio orkest, waarin de dansmelodieën van het platteland daadwerkelijk naar de concertzaal zijn gebracht.